Berekeningssystematiek dierdagdosering (DDD)
In de Nederlandse veehouderij worden benchmarks uitgevoerd op het gebruik van antibiotica door het berekenen van de dierdagdosering (DDD). Met de benchmarks wordt inzicht verkregen over het antibioticagebruik op het eigen bedrijf, in de Nederlandse kalversector en in de Nederlandse veehouderij. Met het verkregen inzicht kan er gericht actie ondernomen worden om het antibioticagebruik actief te reduceren.
In het kort de berekeningssystematiek, zoals beschreven inde “Procedure Beoordeling Antibioticagebruik”:
- De DDD wordt berekend voor de referentiegroepen blank, rosé start, rosé afmest en rosé gesloten (start en afmest). De referentiegroep is van belang voor de rekenmethode die wordt toegepast en de groep waartegen de DDD van uw bedrijf wordt afgezet. Een medicijnlevering wordt toegekend aan 1 van deze referentiegroepen. Het is hierbij belangrijk dat uw dierenarts de medicijnlevering op het juiste subdoeldier (blank, start of afmest) meldt, zodat de medicijnlevering aan de juiste referentiegroep toegewezen wordt. U kunt de registratie van de dierenarts en de toewijzing aan de referentiegroep terugvinden in het detailoverzicht van uw berekening in InfoKalf.
- De DDD van een medicijnlevering wordt berekend op het maximaal aantal aanwezige dieren in de twee weken na de afleverdatum (voor de antibiotica leveringen in de eerste 21 dagen van een koppel wordt het aantal kalveren gemeld op het AM-91 nummer gehanteerd).
- De DDD wordt berekend over een voortschrijdende periode van 1,5 jaar. De DDD wordt vervolgens omgerekend naar een waarde op jaarbasis.
- De benchmark vindt vanaf 1 augustus 2017 tweemaal per jaar plaats op basis van de gegevens van de voortschrijdende periode van 1,5 jaar. Door tweemaal per jaar een benchmark uit te voeren kan er, indien nodig, sneller bij gestuurd worden als het antibioticagebruik op een bedrijf toeneemt. Ook loopt de kalversector hiermee in de pas met andere dierlijke sectoren.
- De koppelberekening voor all-in, all-out bedrijven wordt per 1 augustus 2018 gebruikt voor de halfjaarlijkse benchmark. De koppelberekening en de jaarberekening worden weergegeven in InfoKalf.
In de bijlage ‘Procedure beoordeling antibioticagebruik’ kunt u de indeling van de referentiegroepen teruglezen. In SOP (standard operating procedure) kunt u de berekening van de dierdagdosering voor uw bedrijf teruglezen. De SOP kunt u opvragen bij SKV.
Vitaal Kalf en Veelgebruik antibiotica
Tijdens de beoordeling van de dierdagdosering van een referentiegroep op uw bedrijf, kan uw bedrijf in drie niveaus vallen: streefniveau (groen), signaleringsniveau (oranje) of actieniveau (rood), zie figuur 1. Als uw bedrijf met de DDD in het streefniveau valt, dan bent u goed bezig met de reductie van antibioticagebruik op uw bedrijf. Als uw bedrijf met de DDD in het signalerings- of actieniveau valt, dan zijn er drie categorieën in Vitaal Kalf waar uw bedrijf in terecht kan komen, namelijk:
- Veelgebruik, fase 0;
- Veelgebruik, fase 1;
- Veelgebruik, fase 2.
Aan deze categorieën zijn maatregelen gekoppeld, waarop uw bedrijf actie dient te ondernemen. In figuur 1 kunt u een overzicht terugvinden van de verschillende niveaus en de daarbij behorende categorieën. Tussen haakjes staat het nummer van de uitleg in welke categorie uw bedrijf zou kunnen worden ingedeeld.

Figuur 1: Overzicht categorieën ‘Veelgebruik’
Uitleg bij figuur 1
1. Bij Veelgebruik, fase 0 stuurt SKV (CI) u een brief toe met daarin de maatregelen. U moet twee keer per kalenderjaar een nieuw bedrijfsgezondheidsplan opsturen naar SKV.
2. Bij Veelgebruik, fase 1 stuurt SKV (CI) u een brief toe met daarin de maatregelen. U moet aanvullende maatregelen nemen om tot een reductie van het antibioticagebruik te komen.
3. Als bij de beoordeling blijkt dat het bedrijf een halfjaar eerder in de categorie ‘Veelgebruik, fase 1’ viel en een halfjaar later blijkt op basis van de DDD dat het opnieuw valt binnen het actieniveau en waarbij het verschil tussen de DDD van het bedrijf en de gemiddelde DDD van de referentiegroep waar het bedrijf toe behoort is verkleind, dan blijft het bedrijf vallen in de categorie ‘Veelgebruik, fase 1’. SKV (CI) stuurt u een brief toe met daarin de maatregelen.
4. Als bij de beoordeling blijkt dat het bedrijf een halfjaar eerder in de categorie ‘Veelgebruik, fase 1’ viel en een halfjaar later op basis van de DDD opnieuw valt binnen het actieniveau en waarbij het verschil tussen de dierdagdosering van het bedrijf en de gemiddelde DDD van de referentiegroep waar het bedrijf toe behoort is gelijk gebleven of vergroot, dan valt het bedrijf in de categorie ‘Veelgebruik, fase 2’. SKV (CI) stuurt u een brief toe met daarin de maatregelen.
5. Als bij de beoordeling blijkt dat een bedrijf dat een halfjaar eerder viel in de categorie ‘Veelgebruik, fase 2’, en een halfjaar later op basis van de DDD opnieuw valt binnen het actieniveau, dan blijft het Vitaal Kalf bedrijf nog een halfjaar vallen in de categorie ‘Veelgebruik, fase 2’. SKV (CI) stuurt u een brief toe met daarin de maatregelen.
6. Als bij de beoordeling blijkt dat een bedrijf dat een halfjaar eerder viel in de categorie ‘Veelgebruik, fase 0’ of ‘Veelgebruik, fase 1’ en binnen de periode van 1,5 jaar voor het halfjaar van beoordeling van type referentiegroep is gewisseld en dit bedrijf valt opnieuw binnen het signalerings- of actieniveau, dan blijft het bedrijf nog een halfjaar vallen in de categorie ‘Veelgebruik, fase 0’ of ‘Veelgebruik, fase 1’. SKV (CI) stuurt u een brief toe met daarin de maatregelen.